In het Christelijk Weekblad verscheen afgelopen week een artikel van de hand Van Rima Nasrallah naar aanleiding van haar promotie onderzoek. Hieronder kunt u het artikel lezen (met toestemming overgenomen uit het Christelijk Weekblad, www.christelijkweekblad.nl) Zoeken naar God in een mix van culturen De architectuur en de liturgie van een protestantse kerk in Libanon zal een westerse bezoeker bekend voorkomen. Maar er gaat een complexe praktijk van geloven achter schuil. Dat komt door de vrouwelijke gemeenteleden die vaak uit andere tradities komen. Rima Nasrallah promoveerde op hun liturgische praktijken. Wie een gemiddelde protestantse kerk in Libanon
bezoekt, zal zich daar goed thuis voelen. De architectuur
van de kerk, de kerkbanken, de orgelpijpen,
de gezangen en een min of meer herkenbare
liturgie. Niets verschilt erg van welke protestantse
kerk dan ook in de wereld.
Wie nauwkeuriger kijkt naar wat de gemeenteleden
doen, kan iets bespeuren van een complexere
wereld dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Het
kan zomaar zijn dat op zeker moment een of twee
mensen een kruis slaan. Iemand bidt het Onzevader
met de handen geopend, de handpalmen naar
boven gericht. Wordt het avondmaal gevierd, dan
kan het zijn dat iemand een handvol brood meeneemt
naar huis, in een servet gevouwen.
De werkelijkheid is dat ruwweg negentig procent
van de vrouwen in de kerkbanken een Antiochisch-orthodoxe
of maronitische achtergrond heeft. De
Maronitische kerk is een Oosters Syrische Kerk die
verenigd is met de Rooms-katholieke Kerk.
Geen van hen is in de protestantse traditie opgegroeid.
Door hun huwelijk zijn ze lid geworden
van een Libanese protestantse kerk. In Libanon
schrijft de sociale code voor dat de vrouw als ze
trouwt overgaat naar de kerk van de man. Als het
stel kinderen krijgt, worden die daar gedoopt.
De protestantse gemeenten zijn jong en erg klein,
vergeleken bij de andere Oosterse kerken. Ze werden
gesticht halverwege de negentiende eeuw
door Amerikaanse zendelingen, in de hoop op herleving
van de Oosterse Kerk. Nog geen 1% van de
Libanese is lid van een protestantse kerk. Mannen
met een protestantse achtergrond vinden dan ook
in de regel een partner buiten de kerk.
Dat betekent voor hun vrouwen dat ze, eenmaal
getrouwd, van het ene op het andere moment deel
uitmaken van een nieuwe en totaal andere kerkelijke
gemeenschap, zonder enige vorm van introductie.
Het is het begin van een zoektocht om je
nieuwe gebruiken eigen te maken, te ontdekken
wat bij je past en te leren omgaan met wat niet bij
je past. Fascinerend Wat gebeurt er in het liturgische en spirituele
leven van deze vrouwen? Die vraag heb ik geprobeerd
te beantwoorden in een etnografisch onderzoek.
Ik volgde vier jaar lang een aantal van deze
vrouwen, stelde vragen, maakte mee hoe zij hun
geloof in praktijk brachten, bezocht hen thuis.
Door participerende observatie en interviews
kwam ik steeds een stukje verder en ontdekte dat
de verandering die de grondslag vormde voor mijn
onderzoek anders in elkaar zat dan ik had gedacht.
De gang van moederkerk naar protestantse kerk is
geen tocht van a naar b, maar een complex en fascinerend
proces.
Voortdurende beweging is een thema dat hun
leven bepaalt. Hun liturgische leven is er een van
voortdurende bewegen tussen de protestantse kerk
en de kerk waar ze vandaan komen. Iedere vrouw
maakt daar haar persoonlijke keuzes in.
De vrouwen zijn dus ook letterlijk - ieder op haar
manier - onderweg. Sommige vrouwen bezoeken
op zondag de protestantse kerk en de orthodoxe
kerk op woensdag. Anderen vieren Kerst in de protestantse
kerk en Pasen in de maronitische gemeente.
Of ze wisselen af: ’s winters naar de ene
kerk, ’s zomers naar de andere.
Deze vrouwen geven hun liturgische leven vorm
in een krachtenveld met tenminste drie terreinen:
de moederkerk met de regels die daarbij horen, de
protestantse kerk en ten slotte het eigen privédomein. Wierook De vrouwen weigeren op te gaan in de ene of de
andere situatie waarin impliciet van hen wordt
verwacht om voor een van de verschillende liturgische
stijlen te kiezen. Hun gedrag en hoe ze erover
praten wijst erop dat ze het ene niet als goed
en het andere als slecht beoordelen, ook brengen
ze niet op een of andere manier een hiërarchie
aan.
Integendeel, het leven van deze vrouwen is een
soort laboratorium waarin volop wordt geëxperimenteerd
en invloeden worden gemixt. Niet alleen
combineren zij elementen uit verschillende tradities,
zoals huisaltaartjes met objecten uit verschillende
tradities. Beweging Het kan ook zijn dat er nieuwe rituelen ontstaan
waarin mediteren op een Bijbeltekst wordt gecombineerd
met bijvoorbeeld het branden van wierook.
Dit soort nieuwe gewoonten worden
voortdurend weer veranderd en gevarieerd.
Deze situatie, waarbij verschillende tradities tegelijkertijd
bestaan, leidt ertoe dat de vrouwen gewend
zijn om verschillende liturgische praktijken
te bevragen, en voortdurend uit te zien naar ‘betere’
manieren en vormen om God te ontmoeten
en lichaam en ziel in geloof te verbinden.
De beweging tussen de verschillende tradities is voor alles een fysieke beweging.
Veel vrouwen bezoeken
tijdens de
Paasweek zowel hun
moederkerk als de Protestantse
kerk.
Goede Vrijdag wordt gevierd
in de oosterse kerk,
vol iconen, wierook en
kaarsen.
De viering wordt verlevendigd
door processies
en rituelen zoals besprenkeling
met water
en geurige rozenblaadjes.
Dit alles brengt een lichamelijke
heroriëntatie
teweeg: de rituelen hebben
een vervoerend effect.
Zij beleven het
passieverhaal als een lichamelijk
proces van opstaan
en opnieuw
beginnen. Daar is de
dienst op Goede Vrijdag
voor: om ondergedompeld
te worden in het Bijbelse
passieverhaal.
Veel vrouwen kiezen ervoor
om vervolgens de
Paasmorgen te vieren in
de protestantse kerk, in
de lege ruimte, de
kalmte en de gecontroleerde
setting van een
strakke liturgie.
Dit zorgt ervoor dat ze
weer ‘geaard’ worden. In
plaats van de zintuiglijke beleving van het passieverhaal,
willen ze nu helemaal aanwezig zijn in
het heden.
Tijd en plaats worden verschillend ervaren in deze
twee contexten, en ook de afwezigheid en aanwezigheid
van Christus. Het afwisselen van deze sferen
zorgt ervoor dat deze vrouwen nieuwe
manieren ervaren van het beleven van tijd, plaats en goddelijke aanwezigheid.
Met behoud van beide tradities, bewegen deze gelovigen
dus heen en weer tussen het verlangen om
God te zien en te ervaren, en de ervaring van de onmogelijkheid
daarvan.
In mijn dissertatie beschrijf ik deze liturgische levens
en praktijken, zoals ze binnen- en buitenshuis
vorm krijgen.
Er worden hier niet alleen twee tradities naast elkaar
geplaatst, maar er worden ook vloeiende overgangen
gecreëerd die een diepe theologische
betekenis hebben. De verschillende theologische
tradities zullen elkaar altijd weer uitdagen. De
zoektocht naar God gaat altijd door. |
Actueel > Nieuws Lichtkring >